Acht jaar geleden stuitte Bart-Jan Veldhuizen in de Verenigde Staten op een keuken waar kleine voedselondernemers op laagdrempelige manier hun producten kunnen ontwikkelen. ‘Dat moet in Nederland ook werken’, dacht hij. En hij kreeg gelijk. Kitchen Republic telt inmiddels 35 huurders, een community van 200 leden, een huwelijk en een baby.
Kitchen Republic is er voor de ondernemer die een waanzinnig idee heeft, maar de thuiskeuken is ontgroeid. Daarnaast is Kitchen Republic een netwerk van food ondernemers die door elkaar en door Kitchen Republic worden geholpen succesvol te worden in hun ondernemerschap.
We spreken met mede-oprichter Bart-Jan over het succes van Kitchen Republic.
Waarom ben je Kitchen Republic gestart?
“We zijn begonnen vanuit de behoefte aan goede producten. We vonden dat er in Amsterdam – en in heel Nederland eigenlijk – op meer plekken producten met goede smaak, hoge kwaliteit, een mooi verhaal, hoogwaardige ingrediënten, minder troep en duurzamere gedachten beschikbaar moesten zijn.
Ik zag het idee van keukenverhuur aan kleine ondernemers in de Verenigde Staten en bedacht dat dit in Nederland ook zou moeten werken. Voorheen moesten ondernemers enorme investeringen doen in productieruimtes en apparatuur. Nu kunnen ze een ruimte huren waarin dit al aanwezig is. Dat verlaagt risico’s en drempels voor kleine ondernemers in de voedingssector.”
Je bent direct vanuit de schoolbanken mede-opricther van Kitchen Republic geworden. Was dat niet spannend? Veel mensen zouden eerst het werkveld willen leren kennen.
“Klopt. Achteraf had ik misschien beter eerst werkervaring kunnen opdoen, ja. Ik wist nog niks toen ik met Kitchen Republic begon. Hoe je een businessplan maakt en duidelijke doelen formuleert, hoe je een begroting maakt, hoe je je zakelijk opstelt, hoe je een netwerk bouwt, noem maar op. Dat heb ik allemaal met vallen en opstaan geleerd.”
En toch is Kitchen Republic nu aardig succesvol. Waar komt dat door?
“Het concept van keukenverhuur is relatief simpel. Daarin zit weinig uitdaging, we zitten bijna altijd vol. Maar na een tijd merkten we dat de kennis en het netwerk die we hebben opgebouwd waardevoller zijn dan de keuken. Nu hebben we een Kitchen Republic Community, waar allerlei bedrijven lid van zijn.
De community groeit hard en we verbeteren constant ons aanbod. Het is nu een heel groot onderdeel van ons bedrijf. De keuken is leuk hoor, maar de community is het belangrijkst voor ons.”
Hoe is de Kitchen Republic Community ontstaan?
“Verschillende huurders ontgroeiden onze keukens en vertrokken. Zij vroegen zelf of ze in het whatsappgroepje mochten blijven en op borrels mochten blijven komen. Om zo contact te kunnen houden en vragen te kunnen blijven bestellen.
Dat clubje ex-huurders groeide. We organiseerden borrels, feesten en workshops voor ze. Totdat we hier zóveel tijd aan besteedden, dat we dachten: hier moeten we geld voor vragen. We stelden de community open voor iedereen, niet alleen voor ex-huurders.
Inmiddels zijn ook grote namen als Albert Heijn, Plus, Spar, Eco Plaza, Stach en Crips betalende klanten.”
Wat is de toegevoegde waarde van de Kitchen Republic Community?
“Voor grote spelers ligt de toegevoegde waarde in inspiratie. Kleine, jonge ondernemers leveren vaak producten van betere kwaliteit en kunnen daarin kritiek leveren op de grote spelers. Zij laten de consument zien dat het beter kan. Op gebied van sourcing, verpakking, smaak en kwaliteit bijvoorbeeld. Daarmee zetten ze druk op grote partijen om ook te verbeteren.
Daarnaast is er voor kleine ondernemers de mogelijkheid deals te maken met de grote ketens. We organiseren 40 keer per jaar het event Meet The Buyers, waarin ondernemers zichzelf kunnen presenteren aan grote inkopers. Momenteel zijn twaalf ondernemers aan het pitchen bij de grote cateraar Appèl.”
Jullie huurders laten zien dat het beter kan. Waarom is dat nodig?
“Onze klanten willen allemaal iets veranderen. Met een beter alternatief komen dan wat er nu op grote schaal beschikbaar is. Denk aan plantaardige alternatieven voor dierlijke producten. Of het produceren met grondstoffen van dichter bij huis.
Het voedsellandschap verbeteren is dan ook deel van onze missie.”
Op welke leden ben je het meest trots?
“Eén van de gaafste verhalen vind ik die van Jara. Oprichter Andres komt uit Colombia. Hij verhuisde naar Italië om Gastronomic Sciences te studeren. Daarna begon hij in Amsterdam – op industrieterrein Westpoort – een regeneratieve boerderij. Alles wat hij oogst, verwerkt hij in onze keuken tot chimichurri, salsa, dips en sauzen.
Het GFT uit onze keuken neemt hij weer mee, om zijn grond vruchtbaar te houden. Een full circle verhaal met een sterke missie.
Johnney Cashew is ook tof. Door een schakel uit de cashewketen te halen worden er tienduizenden kilometers minder gevaren of gevlogen voordat cashewnoten in onze schappen liggen.
En dan is er nog Oma’s Soep. Die zijn hier ooit als klein bedrijfje begonnen. Nu liggen ze in de AH, Spar en straks gaan ze ook nog de grens over.”
Wat betekent Goeie Grutten voor jullie?
“Ik had ze ooit nodig voor een investering. Het blijft immers een investeringsfonds. Maar Goeie Grutten voelt ook écht als een bondgenoot. We hebben zware jaren achter de rug. COVID, hoge energieprijzen… Goeie Grutten liet direct blijken dat ze voor de lange termijn bij ons zijn. Dat gaf me veel rust. Ze helpen bij het professionaliseren van het bedrijf en mezelf. Ze zijn kritisch op onze plannen, prognoses, eigenlijk op alle stukken die ik met ze deel. Goeie Grutten is dus niet alleen geldschieter, maar ook een partner.”
Waar staan jullie over vijf jaar?
“We willen de activiteiten voor onze community uitbreiden. Meet The Buyers focust nu nog op Nederlandse inkopers. We willen een groter, Europees netwerk bouwen. Zo kun je als lid van de Community niet alleen aan Albert Heijn en Crips verkopen, maar ook aan retailers in Duitsland, België, Engeland en Scandinavië. Zo wordt opschalen voor onze leden nóg makkelijker.”
Het staat een beetje cryptisch omschreven op de website, maar klopt het dat je getrouwd bent met mede-oprichter Emma?
“Klopt! Ik kwam zelf met het idee voor Kitchen Republic, maar ik wilde het graag met iemand samendoen. Emma had net haar bedrijf verkocht en zocht iets nieuws.
Na een halfjaar samenwerken werd ik onwijs verliefd. Ik heb lang getwijfeld: moet ik dit wel zeggen? Ze is immers mijn collega. Maar ik hield het niet meer, dus heb ik het eerlijk gezegd. Toen bleek dat zij hetzelfde voor mij voelde. Een maand later woonden we samen, nog een halfjaar later trouwden we. En zes weken geleden hebben we een kindje gekregen!
Ze gaat nu – na 8 jaar samenwerken – iets anders doen. Het bedrijf heeft nooit écht druk gezet op onze relatie, maar het is lekker om thuis niet óók altijd met werkzaken bezig te zijn.”